Thema Hitlerjugend, Jodenvervolging en kritisch nadenken
Aan de hand van onze onderzoeksvraag (Hoe kunnen we een kritisch standpunt innemen ten opzichte van Hitler en de Hitlerjugend?), stelden we volgende lesideeën op:
LESIDEE 1
De eerste les staat in het thema van de jeugdbeweging, iets heel
onschuldig en waar de kinderen van de klas heel veel mee bezig zijn. De leerkracht
laat de leerlingen hun uniform meenemen naar de klas en de leerlingen vertellen
over hun ervaringen met de jeugdbeweging. De herinneringskoffer wordt getoond.
Het is de koffer van de opa van de leerkracht. De leerkracht heeft deze
meegenomen omdat ze voorwerpen in de koffer herkende van de jeugdbeweging. Ze leest
een stukje voor uit het dagboekfragment en is verrast dat Peter negatieve
ervaringen heeft met de jeugdbeweging en dat hij er bang voor is. De tijdsperiode
wordt aangehaald. De leerkracht vraagt aan de kinderen wat zij weten over deze
periode. Dit wordt al op een grote flap geschreven. De leerlingen gaan in groepjes
op zoek naar informatie over de Tweede Wereldoorlog. De informatie die zij relevant
vinden, schrijven ze op de flap. Deze flap wordt in een kringgesprek later
besproken. Er worden afbeeldingen getoond en filmpjes als deze in het interessegebied
liggen van de leerlingen.
Pedagogische onderbouwing lesidee 1
We willen vertrekken vanuit de interesse en beleving van de leerlingen,
daarom hebben we ervoor gekozen om met flappen te werken. We willen werken met
de leerlingen hun eigen opzoekwerk. Doordat we deze werkvorm zelf hebben
ervaren doorheen het keuzetraject, zijn we hier sterk van overtuigd dat de
leerlingen hierdoor veel van elkaar zullen oppikken en dit een heel
overzichtelijke en interessante manier is om info uit te wisselen.
LESIDEE 2
In de tweede les komt het vriendje van Peter aan bod, Ismael. Hij is een
Jood. Er wordt weer een stukje uit het dagboekfragment voorgelezen. Daarin komt
aan bod dat Joden een ster moesten dragen en dingen niet meer mochten na een
bepaalde tijd. Ismael verdwijnt na een tijd. Peter heeft geen afscheid kunnen
nemen. Deze les gaat hoofdzakelijk over de Jodenvervolging. OP welke manier
werden Joden zwart gemaakt? Wat mochten ze niet (lijst maken),… De leerkracht
vraagt hiervoor aan de leerlingen wat zij niet mogen en hoe ze zich voelen als
ze iets niet mogen, en dan ook zeggen dat dat niet zo erg is want dat de Joden mochten
zelfs op een bepaald moment niet meer naar de winkel).
Na de instap is er een hoekenwerk. Er is een hoek waar de leerlingen
enkele filmpjes kunnen bekijken en wat meer info vinden over de Jodenvervolging.
De tweede hoek gaat over het thema vluchten. Er liggen voorwerpen op tafel en
de leerlingen mogen twee voorwerpen kiezen die zij zouden meenemen. Dit wordt
later nog besproken in een kringgesprek. De derde hoek is een beeldhoek waar
leerlingen eerst met elkaar bespreken wat ze al gezien hebben en wat ze vinden
van de Jodenvervolging. Hoe voelen ze zich hierbij. Ze moeten hun gevoel tot één
woord beperken en met Chinese inkt schrijven ze dit op een stuk perkament. De
laatste hoek is een hoek waar de leerlingen in hun dagboek schrijven. Ze mogen
hierin schrijven wat ze willen zolang het maar over de les gaat, hun gevoelens,
feiten over de Tweede Wereldoorlog, Wat vinden ze interessant of aangrijpend?
Pedagogische onderbouwing lesidee 2
Opnieuw gaan we inspelen op de leerlingen hun ervaringen en willen we te
weten komen wat de leerlingen hun persoonlijke gevoel is bij deze vreemde
gebeurtenissen.
Via het hoekenwerk willen we de leerlingen zelfstandig, in een kleine
groep deze ervaringen laten opdoen. Zo kunnen we op het einde van de les de
verschillende ervaringen uitwisselen. Via het hoekenwerk willen we de
leerlingen ook op verschillende manieren met het onderwerp in aanraking laten
komen en dit via verschillende standpunten.
LESIDEE 3
In de derde les maken de leerlingen een kijkkast met voorwerpen die zij
associëren me de oorlog. Deze les staat meer in het teken van het verzet. Er
wordt meer uitleg gegeven over het verzet. Peter zat eigenlijk ook in het
verzet, niet actief, maar passief. De jongen was kritisch over de gebeurtenissen
die zich afspeelden. Het is dus belangrijk om kritisch na te denken. De leerlingen
vertellen over wat zij zouden doen in de situatie van Peter. Er wordt een
stellingenspel gedaan zond het thema verzet. We beginnen hierbij met feiten en
daarna gaan we over naar eigen ervaringen, meningen zodat het spel heel
persoonlijk wordt. Die kritische blijk gaan we dan linken aan de dag van
vandaag, de actualiteit. Er komen krantenartikels te liggen in de klas (Trump,
Noord-Korea, …) De leerlingen lopen rond in de klas en gaan bijeen
krantenartikel staan naar keuze. Later in een kringgesprek bespreken ze waarom
ze dat krantenartikel gekozen hebben. De leerlingen zien in dat er vandaag de
dag nog altijd discriminatie en verdeeldheid is. De leerlingen leren hun eigen
mening vormen zoals ons personage Peter, omdat hij zich ook verzet en dit
begint bij anders denken.
Pedagogische onderbouwing lesidee 3
Bij ons laatste lesidee laten we de leerlingen kritisch nadenken, we
leggen de link naar onze eigen actualiteit. We leren de kinderen aan de hand
van verschillende artikels,… hun eigen denkwijze uit te stippen en niet zomaar
de stroom te volgen, dit aan de hand van ons personage. Dit vinden wij
belangrijk in een wereld van vandaag dat de leerlingen kritisch leren nadenken.
ALGEMEEN
= na elke les altijd tijd maken voor een kringgesprek en kleine
reflectie
= doorheen de lessen wordt er klassikaal een dagboek bijgehouden waarin
de klas hun ervaringen noteert, ook hebben ze een persoonlijke boekje waarin ze
hun eigen ervaringen/hoogtepunten mogen noteren en op het einde van de
lessenreeks mogen ze hun beste ervaring dan ook meedelen. In dit boekje zijn ze
volledig vrij en mogen ze ook foto’s, gedichten,… verzamelen.
= elke les wordt er gestart vanuit de herinneringskoffer
ZILL DOELEN
LESIDEE 1:
Ontwikkeling van oriëntatie op de
wereld – oriëntatie op de samenleving
-
Ervaren,
onderzoeken, vaststellen en illustreren hoe mensen op verschillende manieren
samenleven en groepen vormen
o
Ervaren en
vaststellen:
§ van het samenhorigheidsgevoel binnen kleine en
grotere groepen
§ van gelijkenissen en verschillen in leefwijzen
van groepen en de meerwaarde hiervan
§ dat niet alle kinderen in een zelfde
samenlevingsvorm leven en daarmee rekening houden
§ dat groepen eigen tradities hebben en die
belangrijk vinden
o
Ervaren,
onderzoeken, vaststellen en illustreren:
§ groepen uit de eigen leefwereld (familie,
verschillende gezinsvormen, school, vrienden …)
§ symbolen van groepen (logo van de school,
sportclub …)
§ hoe mensen cultureel verscheiden zijn en
daardoor ook van elkaar verschillen in wat ze belangrijk vinden, in hoe ze
leven
LESIDEE 2:
Ontwikkeling van een innerlijk
kompas – waardengevoeligheid en normbesef
-
Gewetensvol
en verantwoord handelen
o
Met
concrete voorbeelden uit de eigen omgeving illustreren hoe mensen die
samenleven, zich organiseren via regels en afspraken.
o
Ervaringen
delen betreffende het al dan niet naleven van afspraken en regels en de
gevolgen ervan voor zichzelf en anderen – zich zonder begeleiding of toezicht
aan afspraken, regels en omgangsvormen houden
Mediakundige ontwikkeling –
mediawijsheid
-
Media
enthousiast en positief aanwenden
o
Nieuwsgierig
zijn naar media en genieten om ermee bezig te zijn - de wereld van de media met
een open houding exploreren.
Ontwikkeling van initiatief en
verantwoordelijkheid – onderzoekscompetentie
-
Alleen en
met anderen kritisch reflecteren op ervaringen en bevindingen en daaruit leren
o
Na afloop
aangeven wat men gedaan heeft en vertellen over ervaringen: wat men gedaan en
beleefd heeft, welke taken men moeilijk of gemakkelijk vond, wat moeilijk was
en of men goed heeft gewerkt – gemaakte taken controleren.
LESIDEE 3:
Innerlijk kompas –
waardengevoeligheid en normbesef
-
Ikwn3
Ervaren hoe waarden en normen kunnen verschillen naar gelang de context en de
levensbeschouwelijke traditie Inzien hoe waarden en normen mee worden bepaald
door aspecten als sociale achtergrond, etnische afkomst en de persoonlijke
geschiedenis van mensen inzien dat waardebesef ook niet volledig cultureel of
levensbeschouwelijk bepaald wordt en dat een aantal houdingen en handelingen
onaanvaardbaar zijn.
Zelfregulerend vermogen –
Ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid
-
IVzv1 Keuzes willen, durven en kunnen maken
door betekenis te geven aan die keuzes en daar de verantwoordelijkheid voor
opnemen. Risico’s en gevolgen van bepaalde keuzes
herkennen – het gezichtspunt van anderen bij het nemen
van beslissingen exploreren – rekening houden met de
wensen van een andere bij het maken van een keuze –
factoren die een keuze beïnvloeden kritisch beoordelen –
groepsbeslissingen nemen en accepteren – bedenktijd
vragen bij moeilijke keuzes – verantwoordelijk omgaan
met dilemma’s.
Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld -
Oriëntatie op tijd
-
OWti3
Gebeurtenissen uit het eigen leven en uit de geschiedenis verkennen en in de
tijd situeren. Historische elementen uit hun omgeving en belangrijke
historische figuren en gebeurtenissen waarmee ze kennis maken situeren in de
juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdband.
Reacties
Een reactie posten